Interview Gertjan Bots (KOO)

Gertjan Bots presenteerde op 9 maart jongstleden de spiksplinternieuwe naam van zijn organisatie: KOO (Kunstonderwijs Organisatie). Maar KOO is niet alleen een nieuwe naam, maar is ook het resultaat van een stevige organisatieontwikkeling van het voormalige Koorenhuis die enkele jaren geleden is ingezet. KOO bewijst zich nu al als een wendbare organisatievorm die bijzondere samenwerkingen tot stand weet te brengen. Al met al meer dan genoeg reden voor Cultuurconnectie om het gesprek met Gertjan Bots aan te gaan over wat vooraf ging en waar het naar toe gaat.

Jullie hebben een naamsverandering ondergaan en heten nu KOO. Bij de presentatie van de nieuwe naam waren de reacties al zeer enthousiast. Hoe is dat verder verlopen?
“Iedereen was inderdaad ontzettend positief over de naam en ik krijg nog steeds hele goede en positieve reacties binnen. Het was geen sinecure om alles tot aan de lancering geheim te houden, maar dat is wonderwel goed gelukt! Overigens gaan de reacties echt niet alleen over de naam en nieuwe huisstijl, maar vooral ook over de verandering die er aan ten grondslag ligt: een nieuwe, duidelijke positionering van onze organisatie.”

Kun je uitleggen hoe die nieuwe positionering tot stand is gekomen en waarom die nodig was?
“Laat ik beginnen met de naam Koorenhuis: we zitten hier in een prachtig pand met een rijke historie. Het gebouw is van 1663 tot 1867 gebruikt als korenbeurs, maar het heeft ook een historie als huis voor cultuur die ver terug gaat. Enkele leden van een kunstenaarsgenootschap richtten in 1682 de ‘Haagsche Teekenacademie’ op, die ruim 150 jaar in dit pand heeft gezeten en later zou uitgroeien tot de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Die functie als huis voor kunst en cultuur heeft het pand altijd behouden. Als ik dan in het verhaal ‘vooruit spoel’ naar ongeveer nu, dan zie je dat wij hier met meerdere culturele organisaties onder dit ene dak samenwerken. Tot voor kort leidde dit nogal eens tot misverstanden. Wij werden als Stichting Koorenhuis vaak verward met de stichting die het facilitaire beheer deed binnen het gebouw en de culturele functies die onze collega-organisaties in of vanuit het pand vervulden. Gaandeweg werd duidelijk dat onze naamsbekendheid niet meer paste bij wat we deden. We moesten een andere naam.”

En dus een andere positionering?
“Precies, niet alleen een andere naam en logo, maar ook een heldere positionering. Het oude Koorenhuis was, naast de exploitatie van het gebouw, als werkgever verantwoordelijk voor een poule kunstdocenten die zowel leerlijnen in de scholen verzorgden als docenten die hier in huis lessen gaven en daarnaast allerlei projecten draaiden. Rond die functies vormden zich een soort eilandjes. Het takenpakket was enorm divers en dat speelde de organisatie ook parten.

Presentatie 9 maart 2018

Bij onze heroriëntatie vroegen wij ons dan ook af wat de grote gemene deler was. Toen we daar eens echt op inzoomden, vormde zich een kort en passend motto voor de nieuwe positionering: het organiseren (inclusief het ontwikkelen) van professionele kunst- en cultuureducatie, vooral daar waar het niet vanzelf gaat. Wij ontzorgen daarmee ook de individuele docenten om complexe samenwerkingen, die je in je eentje niet zo gemakkelijk van de grond kan krijgen, toch tot stand te brengen.

Het grappige is dat iedereen binnen KOO nu voelt hoe hij of zij bijdraagt aan die organiserende kracht en ziet zijn of haar eigen rol weerspiegeld in het uiteindelijke resultaat. Dat creëert draagvlak binnen de organisatie, want iedereen voelt meer vrijheid én de noodzaak van bewegelijkheid en ondernemerschap. Niet zozeer uit angst, maar iedereen merkt dat je er energie van krijgt. Bovendien geeft de naam KOO ook aan dat we onze ontstaansgrond niet vergeten zijn: we hebben gehouden wat goed was aan het oude Koorenhuis, de eerste drie letters, die ook staan voor Kunst, Onderwijs en Organisatie.”

Het lijkt of de verwarring over taakverdeling en functies nu is opgelost…
“We zijn op een veel betere plek dan we waren, dat zeker. Maar om hier te komen, dat was absoluut geen gesneden koek en ging natuurlijk ook met pijnen gepaard. Ik voel mij verplicht om dat ook te belichten, voor iedereen die dat gevoeld heeft: van de circa 170 medewerkers ging een aantal over naar CultuurSchakel, een aantal naar Prins 27 (red.: facilitaire beheersorganisatie van het pand) en een gedeelte bleef bij onze stichting. Toch moesten wij iets meer dan honderd werknemers met een sociaal plan laten gaan en dat was natuurlijk een pijnlijk proces. Over de gehele linie zie ik dat de bezuinigingen de zzp’ers het sterkst raakt: zij compenseren voor het grootste gedeelte de krimp in het financieringsmodel. Toch is er nu een balans ontstaan waarin iedereen zijn plek lijkt te hebben gevonden. Op dit moment is er een community van circa 75 zzp’ers die hun lessen aanbieden via de website van KOO en werken onze coördinatoren aan de ontwikkeling van leerlijnen binnen het onderwijs in Den Haag – daarbinnen werken weer 200 andere zzp’ers voor KOO. Via onze uitstekende samenwerking met Cultuurschakel worden veel scholen met een behoefte aan kunst- cultuureducatie bemiddeld, maar er zijn ook scholen die ons zelf weten te vinden. Het is dan soms nog een uitdaging om als kleine organisatie van 11 fte ‘mee te ademen’ met de schommelingen in de vraag, maar dat is nu eerder een luxeprobleem, want er komt veel onze kant op.”

Tijdens een ledenvergadering van Cultuurconnectie vertelde je iets over jullie activiteiten in het sociale domein. Hoe zien die er nu uit onder KOO?
“We zijn erg actief binnen het sociale domein. Daarbij is het ook belangrijk dat we echt een ‘community’ zijn; we werken aan goede, wederkerige en vruchtbare relaties binnen het netwerk, zonder die waterscheiding en eilandjes die er vroeger wel waren. Dit doen we onder andere door intervisie en opleidingstrajecten voor de docenten, zoals bijvoorbeeld het leren omgaan met geriatrische patiënten zodat docenten die lessen verzorgen voor die doelgroep ook kunnen omgaan met die problematiek. Ons uitgangspunt is dat het nadrukkelijk geen bezigheidstherapie is, maar gericht is op ontwikkeling, ook dus van bijvoorbeeld deze oudere doelgroep. We proberen ook de beleving bij ouderen te versterken via reminiscentie en herinnering. De reacties van ouderen hierop zijn prachtig en dat geeft enorme voldoening. Het gaat om de inhoud en wat dat betreft ben ik ook erg blij met de herstelde aandacht voor de intrinsieke waarde van kunst en cultuur in de brief van minister Van Engelshoven. Tegelijkertijd ben ik mij ook bewust van de instrumentele waarde hoor. Ik denk namelijk dat onze activiteiten zelfs de zorg kunnen ontlasten, want het maakt mensen gelukkiger én er wordt tijdens een kunstles door bewoners van een verzorgingshuis niet op de knop gedrukt om de verpleging te roepen.”

Hier klinkt een bevlogen mens. Wat beweegt jou hierin?
“Ik heb aan de HKU piano gestudeerd. Via mijn docent (red.: Bert van den Brink) kwam ik in aanraking met fantastische en internationaal gerenommeerde musici en dat heeft mijn liefde voor muziek en kunst nog verder verdiept. Ik gun iedereen om daar ook van te genieten en dat drijft mij ook in mijn werk voor KOO. Daarnaast vind ik het fijn om met kunstenaars om te gaan, want het zijn vaak interessante, intelligente mensen die met humor en creativiteit in het leven staan. Mijn achtergrond heeft ook geholpen om draagvlak te ontwikkelen bij medewerkers en de grens tussen management en werkpraktijk te slechten. Ik ben ook echt een van hen.”

En als manager? Wat beweegt jou daarin?
“Ik heb ook bedrijfseconomie gestudeerd en ik vind het ontzettend leuk om nieuwe werkgebieden te ontginnen en ontwikkelen. We laten nu meer onze maatschappelijke meerwaarde zien én we zijn minder afhankelijk van één inkomstenbron.”

Toch ook weer die organisatiekracht van KOO?
“Ja, precies! Onlangs kwam een van de docenten ons danken dat wij zoveel nieuwe mogelijkheden voor werk ontwikkelen en mogelijk maken. Vanuit ons ondernemerschap zoeken wij namelijk naar nieuwe partners en met hen vinden we dan nieuwe oplossingen en samenwerkingsvormen. Ik vind die dynamiek erg interessant, want er komen andere middelen naar voren uit andere bronnen. Zo maken wij nu van nagenoeg van elke euro twee euro. En voor de duidelijkheid, het is dus niet zo dat we zonder die euro zouden kunnen, hè? Een korting van 100 euro betekent dan een omzetdaling van 200 euro! Toch is de drijfveer steeds een inhoudelijke: achter het ondernemerschap zit niet altijd een winst-model, maar wel een model van nieuwe kansen zien, ontwikkelen en benutten. Het ontwikkelen van kunst- en cultuureducatieaanbod doen we ook echt samen met mensen uit de praktijk om zo aantrekkelijk en actueel onderwijs te organiseren. Hierin spelen wij zelfs een cruciale rol in vergelijking met de kunstvakopleidingen, die soms nog achterlopen op de praktijk. Als wij binnen een school iets met ‘Urban Arts’ doen, zoals een rapper in de muziekles, dan heeft zo’n rapper doorgaans geen voortraject binnen het traditionele kunstvakonderwijs gehad, maar heeft zijn kwaliteiten zelf in de eigen praktijk ontwikkeld. Toch is veel van wat wij doen wel de realiteit waarin veel kunstvakstudenten in terecht gaan komen. Ik zou het heel leuk vinden om daarover met het HBO in gesprek te treden.”

Kan je een voorbeeld geven van een nieuwe ontwikkeling?
“Heet van de naald is onze samenwerking met Theater De Vaillant. Wij verzorgen het inhoudelijke gedeelte van ‘culturele inburgeringscursussen’ die wij met hen gaan ontwikkelen. Aanleiding hiervan was de problematiek in de Haagse Schilderswijk, die enkele jaren geleden leidde tot onrust en rellen. Cultuur, kunst en creativiteit zorgt ook hier weer voor het maken of herstellen van de verbinding tussen mensen en dat vind ik prachtig. Daarnaast zijn we bezig om een heel spannend concept met het bedrijfsleven te ontwikkelen.”

Dat klinkt inderdaad spannend. Kan je daar al wat meer over vertellen?
“Dat houd ik nog even onder de hoed als een verrassing. Ik meld mij zeker wanneer het moment daar is!”

Hoe zie jij de toekomst van onze branche?
“We hebben het als branche best moeilijk, maar er zijn ook lichtpuntjes, onder andere dat wij ons als branche organiseren. Ik vind het fijn dat Cultuurconnectie allerlei punten agendeert, waardoor ik er minder omkijken naar heb, zoals bijvoorbeeld de nieuwe privacywet. De uitwisseling van informatie en het contact met collega’s vind ik ook heel erg belangrijk – zo is ook in samenwerking met de G4 het opiniërende stuk 'Cultureel vermogen: over cultuureducatie en -participatie in Nederland’ ontstaan. Overigens, vanmorgen heeft de audit van onze certificering plaats gevonden en daarin kwam ook naar voren dat KOO goed op de rails staat. Ik ben ook blij met ‘Kwaliteit in beeld’ dat een nog bredere, sterkere uitstraling heeft nu de bibliotheken en taalhuizen ook aan boord zijn. Tot slot wil ik nog zeggen dat het voor onze branche essentieel is om vooral aangesloten te blijven op de actualiteit en de maatschappij. Anders raken we teveel losgezongen. Vanuit KOO spannen we ons daar enorm voor in, want die aansluiting moeten we wel zelf realiseren.”

Voor meer informatie: