Subsidieverplichting om een sluitende meerjarenbegroting op te stellen. Mag dat?

Stadhouders Advocaten

Nee, dat mag niet. Zo’n subsidieverplichting heeft geen betrekking op de gesubsidieerde activiteiten. Zo oordeelt de hoogste bestuursrechter eind vorig jaar.

Wat was het geval? De gemeente verleent in 2014 subsidie voor de bekostiging van de activiteiten in 2014 en verbindt aan de subsidiebeschikking de verplichting om een sluitende meerjarenbegroting voor 2014-2018 op te stellen en uit te voeren. De subsidieontvanger acht deze verplichting onuitvoerbaar, omdat zij zich voor een grote bezuiniging gesteld ziet, waarvoor zij nog geen sluitende meerjarenbegroting kan en wil presenteren.

De rechtbank gaf haar daarin al gelijk. De gemeente gaat in hoger beroep. De Raad van State oordeelt dat de verplichting niet ziet op de gesubsidieerde activiteiten in 2014. Het gaat dus niet om een standaard verplichting, maar om een bijzondere (neven)verplichting. Daarvoor is een wettelijke grondslag nodig en deze is niet aanwezig. Dit volgt uit de wettelijke voorschriften voor subsidievoorwaarden (art. 4:37 Awb t/m art. 4:39 Awb).

In een bijschrift bij deze uitspraak concludeert prof. Den Ouden dat “subsidiërende bestuursorganen dus (zeer) zorgvuldig te werk dienen te gaan bij het opleggen van nevenverplichtingen aan subsidieontvangers, omdat de bestuursrechter niet bang is om hen terug te fluiten”. De uitspraak en het bijschrift in het Tijdschrift AB van Kluwer vind je hier.

Dit was een zaak die werd behandeld voor een van de leden van Cultuurconnectie door Clemens Mesker van Stadhouders Advocaten.