Goedemorgen allemaal,
Leuk om hier voor jullie te mogen staan. Het voelt een beetje als thuiskomen, maar daarover straks meer. Ik mag jullie vandaag een verhaal vertellen geïnspireerd op jullie thema ‘muren’.
Met dat thema heb ik wel wat. Steile bergwanden, bouldermuren. Ik beklim ze graag in mijn vrije tijd. En in mijn professionele leven sloop ik ze met minstens evenveel plezier. Net als dat ik graag eilandjes verbind en bruggen bouw tussen verschillende werelden.
Ooit studeerde ik kunst- en cultuurwetenschappen. En na jarenlang in de culturele sector gewerkt te hebben, raakte ik – niet geheel toevallig - verzeild in de wereld van stedelijke ontwikkeling. Met mijn bedrijf BRAND The Urban Agency werken we elke dag aan het creëren van betere steden, voor mensen, met mensen. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat steden er zijn om de mensen die erin wonen te laten floreren.
Mijn carrière begon ik echter bij Cultuurnetwerk Nederland, nu opgegaan in het huidige LKCA. En daarom voelt dit ook een beetje als thuiskomen. In die tijd werkte ik vaak en intensief samen met de toenmalige Kunstconnectie. Dat was wel in de tijd dat je je e-mail alleen nog op een computer op kantoor binnenkreeg en dat de Kunstconnectie de vereniging voor Centra voor de Kunsten was.
Maar zo eenvoudig is de wereld tegenwoordig niet meer. Dat begreep ik toen ik een paar weken geleden sprak met Jan en René van de inmiddels Cultuurconnectie. Het begrip ‘centra voor de kunsten’ dekte allang de lading van de leden niet meer. Jullie zijn veel diverser dan dat. De Cultuurconnectie bleek er te zijn voor alle ‘multifunctionele culturele organisaties’ werd me verteld.
OK. Maar wat is dat dan precies; multifunctioneel? Ik zocht het op even op. De Van Dale vertelde me: ‘een groot aantal functies vervullend.’ Dat zei me nog steeds niet heel veel, dus ik zocht verder. Het betekent ook: ‘wat je voor veel verschillende toepassingen kunt gebruiken’ of ‘voor vele functies geschikt’. Ik las verder dat de term vooral gebruikt wordt om gebouwen te beschrijven die flexibel genoeg zijn om een groot aantal functies te vervullen, zoals een sportcentrum. Kortom, het is een beetje van alles.
En toen herinnerende ik me het Maas Theater en Dans uit Rotterdam. Zij verhuisden een aantal jaar geleden naar een heel mooie nieuwe locatie. Dat werd aangekondigd als een ‘multifunctioneel’ gebouw. Toen ik een betrokken ambtenaar vroeg wat dat precies betekende, antwoordde hij dat als het theater ter ziele zou gaan het gebouw gemakkelijk kon worden omgebouwd naar een school. Of sportcentrum. Of kantoor. Heel handig. Ik vond het niet een heel hoopgevende boodschap voor het theater.
Maar dat ‘multifunctioneel’, we zijn er dol op tegenwoordig. Ook in andere sectoren is het enorm populair. Neem de stedelijke ontwikkeling. Nog niet zo lang geleden bouwden we hele wijken waar alleen gewoond kon worden. En winkelcentra waar alleen kon worden gewinkeld. In het centrum van Rotterdam kon je decennialang na 18.00 uur een kanon afschieten. Het was namelijk alleen gemaakt voor werken en winkelen. Dit monofunctionele is flink uit de mode aan het raken. Het moet plaatsmaken voor ‘multi use’, of nog beter ‘mixed use’ of het summum ‘connected use’. Volgt u het nog?
Het zegt allemaal zo weinig. Natuurlijk, het gaat in zo’n gebouw of gebied om een mix aan functies, liefst de juiste mix en dan bij voorkeur ook nog eens een mix die elkaar onderling versterkt. Maar waarom je juist naar die plek zou moeten gaan en wat er zo anders en uniek is in vergelijking met al die andere plekken? Dat blijft volkomen onduidelijk.
Stel je voor, je komt een vriend tegen op een vrijdagavond en je vraagt: ’Zeg, wat ga jij dit weekend doen?’ En hij antwoordt: ‘Nou, ik ga gezellig naar dat nieuwe mixed use gebied in Utrecht. Echt superveel zin in! Ga je mee?’
Tja. Wat zeg je dan?
Grote kans is dat je in dat mixed use gebied kunt ontmoeten, beleven, verblijven, eten, drinken, sporten, uitgaan, cultuur bezoeken, misschien ook wonen en werken en o ja, wellicht ook nog shoppen. Van dat soort gebieden zijn er straks heel veel en grote kans dat ze allemaal op elkaar lijken. Soms is multifunctioneel gewoon niet de ideale situatie.
Van de stad even naar het platteland. Afgelopen weekend zat ik op mijn racefiets en zag ik dat mijn voorwiel los zat. Gelukkig heb ik altijd een ‘multi tool’ in mijn zadeltasje zitten. Zo’n handig dingetje dat je - inderdaad - voor heel veel toepassingen kunt gebruiken. Maar wat nu net het probleem is met dat ding. Het kan alles een beetje, maar is nergens echt heel goed in. Zo zat ik te prutsen om het juiste inbuskopje in het minuscule houdertje te krijgen. Op dat moment was mijn grote inbussleutel echt veel beter geweest. Die heeft gewoon één functie en voert die perfect uit.
En toen ik zo met dat tooltje aan het klooien was, bedacht ik me: Dit is precies wat al tijden aan de hand is in de culturele wereld. Beleidsdoelen worden gestapeld, taken van instellingen verbreed, aandachtsgebieden uitgebreid. Cultureel ondernemerschap, verdienvermogen, inclusiviteit, diversiteit, sociale cohesie, talentontwikkeling, het bieden van gelijke kansen. Voor je het weet, ben je overal van. En als je overal van bent, kun je nergens meer in uitblinken.
Een tijd geleden sprak ik Emmelien Matthijsse, directeur van Theater Zuidplein. In de grote Rotterdamse gebiedsontwikkeling Hart van Zuid werd een nieuw ‘Kunstenpand’ ingetekend. Te groot voor alleen het theater, dus ook de bibliotheek zou er naartoe verhuizen. Om dit grootse, iconische gebouw te kunnen verantwoorden, moest het theater niet alleen hoogwaardige én toegankelijke programmering bieden en een heel divers publiek aantrekken. Het zou daarnaast ook de huiskamer van Rotterdam Zuid worden. En zo bijdragen aan de sociale cohesie van dit stadsdeel, vol grootstedelijke problematiek. O ja, en daarnaast zou het natuurlijk ook moeten uitblinken in cultureel ondernemerschap en het eigen verdienvermogen vergroten.
Emmelien verzuchtte dat je het met zulke torenhoge ambities eigenlijk nooit meer goed kan doen. Nooit is iedereen tevreden. Haar raad aan andere culturele instellingen was dan ook: ‘Word geen duizenddingendoekje.’
In onze huidige maatschappij waar alles multi en mixed en connected moet zijn, is het moeilijk focus te houden. Maar wie niet kiest, wordt ook niet gekozen. Want mensen hebben dan eigenlijk geen idee meer waar je nu écht van bent.
Nog een keer terug in de tijd. Tijdens mijn studie liep ik stage op de afdeling communicatie van het Nederlands Architectuurinstituut. Hun slogan destijds was ‘NAi, meer dan een museum’. Want er was ook een studiezaal, een bibliotheek en een gigantisch archief. Maar ze gaven ook publicaties uit en hadden internationaliserings-programma’s. En dat werd allemaal niet gedekt door de term ‘museum’ natuurlijk. Dus onze taak was continu dat gehele aanbod de wereld in te sturen. Blijkbaar waren we zo goed in die slogan verkondigen dat uiteindelijk iedereen vergeten leek te zijn dat het NAi OOK een museum was. De bezoekerscijfers waren inmiddels gedaald tot een dramatisch dieptepunt.
Dus durven kiezen. Dat is het uitgangspunt van elke succesvolle positionering en profilering. Het was bovendien een van de eerste lessen die ik als marketeer in spe leerde. Want gefascineerd geraakt door mijn ervaringen bij het NAi besloot ik me in marketing te gaan verdiepen. Opvallend genoeg is dit ook juist de les die ik ook nu nog het vaakst herhaal, bij mijn huidige projecten in gebiedsontwikkeling: durf te kiezen. Want als je zelf kleur bekent, weten anderen ook goed wat ze aan je hebben. Of eigenlijk, andersom geredeneerd: Als je zelf niet kiest, wordt er voor je gekozen. Of eigenlijk: Als je zelf niet kiest, wordt er voor je gekozen.
Kleur bekennen dus. En dat zit hem niet zozeer in ‘wat’ je doet, maar vooral in het ‘waarom’. Waarom doe je wat je doet? Managementgoeroe Simon Sinek zei het al: ‘It all starts with Why’. En als het goed is, verbindt juist die Why jullie allemaal. Ook al verschillen jullie onderling in wat jullie doen en hoe jullie het precies doen.
Het waarom is de kern en die komt diep van binnen. Waar kom jij elke dag voor je bed uit? Wat gaat jouw hart sneller van kloppen? Waarom besta je? Wat mist de wereld als jouw organisatie er morgen niet meer zou zijn?
Sinds een jaar of twee komt mijn oude – culturele- wereld weer samen met mijn nieuwe wereld van stedelijke ontwikkeling. Dat gebeurde voor het eerst in Amsterdam Zuidoost. Hier kwam ik John Olivieira en John Agesilas tegen. Ik werkte toen al een tijdje in de Bijlmer, een gebied dat helaas vaker negatief in de media komt dan positief.
Midden in de Bijlmer ligt Amsterdamse Poort, een winkelcentrum dat de laatste jaren een groot deel van haar glans en aantrekkingskracht verloren heeft. Zuidoost is echter een van de grootste gebiedsontwikkelingen van het land. Het gebied zal de komende tien jaar in inwonersaantal verdubbelen. Er komen 39.000 woningen bij en Amsterdamse Poort zal transformeren van tikje oubollig winkelcentrum naar een stadshart van en voor heel Zuidoost. De uitdaging is deze grote transformatie op zo’n manier uit te voeren dat zowel de huidige bewoners en ondernemers als ook de toekomstige vestigers zich op deze plek thuis voelen en blijven voelen. Hoe behoud je de unieke identiteit van de Bijlmer in de Poort, hoe bied je plek aan de mensen uit Zuidoost en geef je hen ruimte om te groeien, letterlijk en figuurlijk?
John en John zijn de grondleggers van de eerste hiphop academie van Nederland: The Foundation. Deze zag ongeveer een jaar geleden het levenslicht en werd gevestigd in de Poort, in een leegstaande winkelunit. Ze hebben als missie kinderen en jongeren een veilige plek te bieden om hiphopcultuur te maken. Educatie staat bij hen centraal. Ze geven les aan de allerjongsten, maar bieden ook vooropleidingen voor MBO en HBO. Dit doen ze tot nu toe zonder subsidie of fondsen wat ze compleet vrij maakt in het formuleren van hun visie en strategie.
Met de Foundation willen ze meer dan goede dansers opleiden. Ze willen de kinderen en jongeren die bij hen komen een sterke basis geven om de toekomst met kracht en vertrouwen tegemoet te treden. Want dat heeft hiphop hen geleerd. Hip Hop is voor hen dan ook veel meer dan alleen een muziekgenre. Het is een manier van leven. Het ontbrak hen vroeger aan rolmodellen en die willen ze nu bieden aan hun deelnemers. Ze willen laten zien dat er een mooie carrière in het verschiet kan liggen en dat er in de wereld ook ruimte is voor het talent van kinderen en jongeren uit Zuidoost. De keuze om in Zuidoost te gaan zitten, was dan ook heel bewust. Ze willen de jongeren uit Zuidoost laten zien wat allemaal mogelijk is. Veel van hen komen namelijk maar zelden buiten Zuidoost. Ze zeggen: “Wij willen die wereld dichterbij brengen en horizonnen verbreden.”
De kinderen en jongeren die bij hen les komen volgen, voelen zich gezien en gesteund. Je ziet hun zelfvertrouwen groeien. En hun ouders herkennen zich in de oprichters; twee mannen met een Surinaamse en Afrikaanse achtergrond. Voor het eerst durven zij met hun kinderen een dansschool binnen te lopen. Niet omdat The Foundation een uitgebreid diversiteitsprogramma heeft, maar omdat diversiteit en inclusiviteit in hun DNA ingebrand zit.
Hun sterke Why zorgt voor succes. En dat succes wordt breed opgepikt. Door de gemeente en ook door de vastgoedeigenaar van de Poort. Daarom kan er nu ook gewerkt worden aan een permanente plek voor meerdere culturele organisaties in de Amsterdamse Poort. Door de duidelijke profilering staat de waarde van de Foundation voor Amsterdamse Poort en voor heel Zuidoost buiten kijf, voor alle partijen.
De moraal van mijn verhaal? Hij ligt in de lijn van het eerdere advies: wordt geen duizenddingendoekje. Wees niet langer het Zwitserse zakmes. Laat je niet eindeloos voor beleidskarretjes spannen. Durf kleur te bekennen, vind en formuleer je Why en treedt ermee naar buiten. Eén helder doel en missie. Kortom, wees vanaf nu de inbussleutel!
Over Rinske Brand
Rinske Brand (1977) is kunst- en cultuurwetenschapper, spreker, gastdocent, auteur, columnist bij Gebiedsontwikkeling.nu en bestuurslid van de Dutch Startup Association. Op dit moment doet Rinske onderzoek naar de plek en rol van cultuur in gebiedsontwikkelingen. Om cultuur een plek in onze steden te garanderen zijn andere strategieën en organisatie- en financieringsmodellen nodig. Hierover bericht zij regelmatig en in 2023 verschijnt over dit onderwerp een publicatie.