Interview Willem van Moort (BplusC)

BplusC is één van de organisaties die in 2017 heeft deelgenomen aan de 'proeftuinen' voor het Certificeringskader 2018. Willem van Moort had namens zijn organisatie ook zitting in de werkgroep die heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het Certificeringskader 2018. Cultuurconnectie sprak met hem over zijn ervaringen binnen de 'proeftuinen' en zijn deelname aan de werkgroep.

Fotografie: Simon Duijndam

Waarom wilde je mee doen aan de proeftuinen?

"Wij hadden als BplusC steeds met verschillende certificeringstrajecten te maken vanuit onze functies als bibliotheek, volksuniversiteit en centrum voor kunst en cultuur. De verschillende brancheverenigingen waar wij lid van waren, hadden hun eigen kader. Alleen, onze bedrijfsvoering is helemaal niet gescheiden. Dat is één systeem. Het was een enorm gedoe om die functies vanuit onze bedrijfsvoering te moeten uitsplitsen. Eigenlijk moesten we steeds maar een gedeelte van onze realiteit belichten en beschrijven, als ware het afzonderlijke bedrijven. Dit klopte gewoon niet met onze realiteit.

Daarnaast is er ook veel overlap: bijvoorbeeld, binnen de uitvoering van de bibliotheekwet wordt je geacht om een educatieve functie te vervullen. Die educatieve functie is natuurlijk heel sterk verankerd in onze rol als centrum voor kunst en cultuur. Als je die functie twee keer afzonderlijk moet beschrijven, is dat niet alleen dubbel werk, het is ook nog eens heel erg gekunsteld."

Wat zijn jouw ervaringen geweest in het certificeringstraject?

"Het certificeringstraject met het geharmoniseerde kader verliep véél beter dan vorige certificeringstrajecten. Het bekijken van de verschillende aspecten van onze organisatie was in deze proeftuin veel beter op elkaar afgestemd. Hobéon heeft ook enorm goed werk verricht om beide trajecten samen te krijgen in één samenhangend geheel. We hebben nu echt stappen gemaakt en dat is zeer belangrijk."

Wat pakte er goed uit bij BplusC?

"De winst qua tijdsinvestering is een duidelijke zaak: die is veel korter. Als je twee keer je zaken op orde moet brengen, als je twee keer je financiën moet doen, als je twee keer met de auditor locaties langs moet en je kunt dat nu allemaal in één keer doen, dan is de tijdswinst meteen duidelijk. Ook het contact met de accountmanager van de gemeente is nu veel efficiënter, want het bespreken van zaken is nu in één lijn gebundeld."

Wat is volgens jou de grootste winst in het geharmoniseerde certificeringskader?

"Ik denk vanuit de inhoud. Dat vind ik belangrijk. Tijdswinst en financiële voordelen zijn prettig, maar het gaat mij vooral om het inhoudelijke voordeel: nu kunnen wij zichtbaar maken dat kunsteducatie, bibliotheekwerk en het volksuniversiteitwerk één geïntegreerd geheel vormen en dat kunnen we nu in onze certificering laat zien. Dat er samenhang is tussen deze functies."

Wat waren jouw ervaringen binnen de werkgroep?

"Het mooie is dat de samenwerking in de werkgroep steeds zeer transparant is geweest. Ieders mening is meegenomen en gewogen. Ook de procesbegeleiding is heel goed gedaan. Daar was ik zeer tevreden over."

Welke ontwikkelingen voorzie je welke van belang zijn voor de kwaliteitszorg?

"Voor de toekomst verwacht ik dat het steeds belangrijker zal worden, dat - als je een multifunctionele organisatie bent - je met dit geharmoniseerde kader beter naar de buitenwereld en je klanten kunt laten zien dat je echt één organisatie bent. In de beleving van de buitenwereld bén je dan ook meer één organisatie, robuuster en toekomstbestendig. Daarmee kunnen we ook indirect voorkomen dat onderdelen of functies minder belangrijk gevonden gaan worden en zelfs door subsidiënten op de korrel worden genomen: er is namelijk cohesie, alles ondersteunt elkaar en het behoud van die samenhang is van belang voor het goed functioneren van de organisatie als geheel. Dat maakt ons sterker!"