UPDATE: Aanvullende branchespecifieke richtlijnen op protocol Cultuureducatie en -participatie |
Aanvulling op protocol per 13 mei gereed |
Op 29 april jongstleden is het “Protocol verantwoord naar een les/cursus/training (sector cultuureducatie en -participatie)” verschenen. Sinds 4 mei is er een ‘Werkgroep branchespecifieke aanvulling op het protocol’ aan het werk gegaan. Naast een afvaardiging van Cultuurconnectie-leden namen ook de Kunstenbond, AVV, ArboNed, KNMO, LKCA en Koornetwerk Nederland deel en zijn vertegenwoordigers van gemeenten en andere stakeholders betrokken. Deze werkgroep heeft specifiek invulling gegeven aan punt 5 van de Preambule van het protocol “Voor specifieke maatregelen wordt verwezen naar de branchegewijze voorlichting”. Vanaf vandaag zijn de aanvullende richtlijnen op het protocol beschikbaar. |
Werkingssfeer |
Bij de branchespecifieke uitwerking van deze aanvullende richtlijnen wordt rekening gehouden met organisaties, medewerkers, deelnemers/ cursisten, ouders van (minderjarige) deelnemers/cursisten, als ook het verschil in groepslessen (groot en klein), en individuele lessen. Verder is gekeken naar soorten cultuureducatie: muziekles, theaterles, dansles, et cetera en naar samen musiceren in koren en orkesten. |
Indeling |
De branchespecifieke aanvullende richtlijnen zijn ingedeeld in vier hoofdstukken: |
Werk in uitvoering |
De tekst van deze branchespecifieke aanvullende richtlijnen is dynamisch: de verplichtingen en aanwijzingen die het bevat, kunnen en zullen worden aangepast, wanneer nieuwe of gewijzigde richtlijnen van het RIVM, besluiten van de overheid, voortschrijdende inzichten over de risico’s van benoemde doelgroepen en alle in verband daarmee te nemen maatregelen, dit noodzakelijk maken. Gezond verstand en menselijke maat liggen ten grondslag aan zowel het protocol als de onderliggende aanvullende richtlijnen. |
Ten geleide |
De door de werkgroep geformuleerde richtlijnen zijn adviezen en derhalve geen bindende afspraken. Zoals aangegeven zijn de richtlijnen dynamisch en zullen telkenmale aangepast worden zodra daar aanleiding toe is. Elke richtlijn is onafhankelijk van elkaar te gebruiken. Een dubbeling in tekst tussen de diverse richtlijnen is daardoor onvermijdelijk. Een van de onderwerpen die nader onderzoek vereist is de afstand bij zang- en blaasinstrumenten. In de branchespecifieke aanvullende richtlijnen op het Protocol verantwoord naar een les/cursus/training (sector cultuureducatie en -participatie) wordt door de werkgroep vooralsnog uitgegaan van de navolgende indicatie: 3 - 4 meter, oftewel 12 - 16 m2. Benadrukt wordt dat dit door geen enkel wetenschappelijk onderzoek onvoorwaardelijk wordt onderschreven en derhalve ook niet bindend is, maar slechts een indicatie. |
Voor meer informatie kunt u terecht op: https://www.cultuurconnectie.nl/actueel/nieuws/covid-19-pandemie/branchespecifiek/protocol Vragen kunt u mailen aan: info@cultuurconnectie.nl. |